Winters stadsgedicht
Ruben van Gogh, Gildemeester van het Utrechts Dichtersgilde, blikt terug en schreef een winters Stadsgedicht over de gebeurtenissen van 2019 in Utrecht.
MIDDERNACHT TE UTRECHT
De stad staat in de steigers, winterklaar,
overziet het afgelopen jaar en streept
haar gebeurtenissen een voor een af:
de sneltram waar pas op het einde schot
in kwam en die ene waarin werd geschoten,
toen de binnenstad een stille zondag werd
in alle winkelstraten. Ach, en wat er verder
allemaal werd losgelaten. De oude beuk
die achterbleef als kale tak en stam, de wet-
houder die vertrok naar Amsterdam en die
ander die maar zitten bleef. En dan de zaken
waaraan geen einde lijkt te komen: singels
die nog niet in cirkels stromen, wijkraden
die niet langer worden gehoord, boeken
die op nieuwe kasten wachten, sprintsters
die naar gouden plakken smachten,
muziek die nooit meer opklinkt bij de Dom,
dames wachtend op hun raam en ook
hun baan aan de Europalaan die weg moet
gaan, burgers die met lege handen staan,
wegen die wel-niet-wel-niet worden verbreed
en niemand draagt een boetekleed.
De Dom toornt bedrempeld als staketsel uit
boven de Oudegracht en wacht,
zal de klok dit jaar niet twaalf zien slaan
omdat de wijzers elders in de opslag staan.
Ruben van Gogh