Stadsgedicht: Jaarbeurs Utrecht 100 jaar
Het is in 2017 honderd jaar geleden dat de eerste Utrechtse Jaarbeurs werd gehouden; dat was namelijk van 26 februari tot 10 maart 1917. Op 30 mei heeft De Jaarbeurs dit herdacht in aanwezigheid van Burgemeester Jan van Zanen. Fred Penninga schreef voor de gelegenheid een stadsgedicht, dat ingelijst werd aangeboden aan de directie van de Jaarbeurs. Het Gilde hoop dat het gedicht of een strofe eruit zal worden vereeuwigd in steen op de aanlooproute naar de Jaarbeurs.
Jaarbeurs Utrecht 100 jaar
Bovenaan de majestueuze trap, van pakweg 40 treden,
Utrecht Centraal westzijde. Kom, kijk, daar beneden. . .
Bijna tot de horizon, wijdopen armen van de Jaarbeurs.
Hoor, belofte roept WELKOM, de glans van verleiding lonkt.
De treinen brengen golven dagjesmensen, beursbezoekers,
handeldrijvers, 50-plussers, LEGO-vaders en legio moeders.
De beurs brengt tuingereedschap, heftrucs en horeca,
vakantievreugd, verzamelzucht, boekenwijsheid én erotica.
De beurs brengt samen en verbindt, van Paus tot pettycoat,
de vlogger en de voeding-god, van tapas tot ons daaglijks brood.
Die wisseling, de variatie; de beurs is vrijwel alles tegelijk,
geen dag hetzelfde, dé plek waar mensen samendrommen.
Paleis voor pronkjuwelen, prototypen, evenementen, feest
van koopmanskerk tot kijkdoos; een monument van handelsgeest.
Gepaste stilte in memoriam, uitbundig bij de musicals en dans,
de schaduw van een noodopvang, het zonlicht van de Tour de France.
De stad, het spoor, de beurs; zij vlochten een drie-eenheid
die in 100 jaar alleen maar hechter is vergroeid én uitgedijd.
Het bruist en kolkt aan alle kant, zoals de branding tijdens vloed
dat is wat de Jaarbeurs met een stad als Utrecht doet!
Fred Penninga
Utrecht, mei 2017