Bij de open dag van park Voorveldse Polder
Fred Penninga schreef dit gedicht en las het voor bij de officiële opening van een nieuw gedeelte in het Park Voorveldse Polder, op 25 mei 2014. Het gedicht krijgt nog een plaats in het park, dat aan de oostrand van Utrecht ligt.
PARK VOORVELDSE POLDER
Morgenstond
Flarden ochtendnevel trekken traag de polder in
Vogelslag en wiltzangh doen de dag beginnen
Dan valt het eerste zonlicht Utrecht binnen
Op de camping zindert hier en daar een vroege zin
Ochtend
Pantoffels-en-peignoir, die de hond uitlaten
Lopers, fietsers, ruiters maken cirkels rond het water
Een blauwe reiger daalt naast een poel en wacht op buit
Uitbundig fluitekruid hangt weer het witte bruidje uit
Middag
Uilen staan op staken bij de hangbrug hoog te kijk
Ouders zien hun kinderen in zeven gootjes tegelijk
Een kind perst laatste sapjes uit de picknickmand
Op een warme huid ligt, als bij toeval, nog een hand
Avond
Het klinken van bestek en glazen op de vlonder
Meer schaduw dan geboomte op het Wilgeneiland
Voorbij de stad zinkt de zon in geel, rood, roze onder
Langzaam neemt het gedierte in het park de overhand
Nacht
Het ritselt in de slangenbroeihoop rond elk later uur
Het heet wel park, maar is in feite geboetseerd natuur
Al weerkaatst een echo van het eenzaam nachtverkeer
. . . stilte legt zich in overgave bij het duister neer
Fred Penninga