Nieuwjaarsgedicht van Onno Kosters

Gildemeester Onno Kosters reciteerde op 2 januari 2018, op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Utrecht in het Spoorwegmuseum, een speciaal voor deze gelegenheid geschreven gedicht. Honderden aanwezigen luisterden naar zijn drieluik ‘Overzicht, inzicht, aanzien’. Zie hier de live-versie.

Overzicht, inzicht, aanzien: een drieluik

1. In het museum

2017

nu definitief uitgerangeerd,
op het spoorboekloze zijspoor
van de dienstregeling geparkeerd

springt aan het oudst van het jaar
het sein weer op groen voor een nieuw
dat er zij het kortstondig, onbewogen uitziet.

Het spoor naar de toekomst ligt klaar
en glanst in de zon die St. Maarten,
een halve mantel armer, verwarmde.

De rijdende trein van de tijd
spoedt zich als steeds naar het eindpunt
dat immer ongrijpbaar ver weg blijkt,

buiten bereik van de machinist blijft.
Meer daarbinnen bevindt zich
de domstad, stad die voor iedereen is.

De domstad: stad in de steigers,
de Domtoren zélf in de steigers
en heel Hoog Catharijne

en het terrein eromheen
een met putten en kranen
doorregen gebied

waar een stalling (een mega-)
iedere Utrechter
en iedere vreemde

in vertrouwen verwelkomt,
ieders fiets
beschut en bejegent met aanzien.

De domstad: Ten Hag-loze hoofdstad
waar een centrum van wereld en handel,
het symptoom van een trend,

zijn schaduw zal werpen
op het kantoor
waar de stad wordt gekend.

Stad die een jaar in het rood
en het geel en het blauw
van de Stijl stond

waar voetbalvrouworanje
zich met een beker
tussendoor wond.

Stad doorsneden door water
waarop regenboogboten
vol kleurrijk geaarden.

Stad wier schrijvers en dichters
met de wereld nu voor eeuwig
zijn verweven.

Stad die rouwt om een vrouw
die niet gaf
om de regen.

2. De ander

De stad is een land
en het land is de wereld
de wereld de aarde.

Alles is verwant
allen zijn verwanten

ieder wie is
is tevens de ander
hoe vreemd die
wanneer we elkaar
de rug tonen lijkt.

Met de rug naar elkaar
is niet meer dan met het
gezicht naar de ander
op enige afstand.
Op enige afstand
want de wereld, de aarde.

Zo kun je ook zelf zijn
als een gedicht.

Geopend, bekeken, gelezen
heet je iedereen welkom
keer je je als vanzelf
naar buiten.

Open je je
met een beetje geduld
naar een ieder die aanklopt
kijk je je lezer
met voor alles open
in diens voor alles open
ogen.

De ander
kijk maar, de ander
staat naast je,

de ander,
het laat zich raden,
is je nader.

We zijn elkaars halfrijm
afwijkend gespeld
elkaars anagram:
woordspel dat één maakt
dat mens maakt.

In de aarde de wereld
in het land de stad.
Hoe je je wendt of je keert
hoe het ook zij
de ander
ben jij.

3. St Maartens maart

Vertraging is iets
dat je niet aan de reis
moet overlaten:
laat het het doel ervan zijn
en in die verdikking van de tijd
de blik zich herijken
tot een die verenigt, niet splijt.

Pas in de vertraging,
pas op die plaats
toont zich de meester
die zich niet groter voelt
dan wie naast hem staat.

Allen die zich
in Utrecht bevinden
zijn Utrechters,

zijn voor wie
Utrecht is

en worden in gelijke gevallen
niet anders behandeld,

door St. Maartens halve mantel
beschut,
door ieder bejegend
met aanzien.

Ook na 21 maart

2018