Stadsgedicht van Ruben van Gogh

IN UTRECHTS WERVEN

ligt het verleden opgeslagen,
opeengestapeld tot voorbije dagen.

Deze werven hebben het van weemoed
zwaar te verduren, alsof het bovenlangs
rijdend vrachtverkeer de balans van zand
en steen doet schuren.

Al is zo’n snel gevonden metafoor meer
iets dat in een rapportage hoort
waarin het de kades tot kaders maakt,
gestut door een woud aan procedures
los van die gewelfde ruimtes zelf.

Werven klagen niet, zij bogen
op wat er aan goederen naar binnen
werd gesjouwd, de verhalen
waarmee hun bestaan werd volgestouwd
en hoe het hun later is vergaan.

Zie de werven aan het water staan,
zie dat complex van eigendomsverhoudingen,
zie de mensen die de werven nu betreden
zie ze opnieuw verdwijnen in een verleden

dat ook vroeger al werd behouden, met alles
wat er aan de werven werd toevertrouwd.

Ruben van Gogh
Gildemeester Utrechts Stadsdichtersgilde