Eenzame uitvaart #21 Het mooiste weer van de wereld

Utrecht, 26 augustus 2016, M.C.M. Harderwijk, 12.11.1950 – 22.8.2016.
Aula: Begraafplaats Tolsteeg, Utrecht
Dichter van dienst: Jan van der Haar
Verslag: Fred Penninga

Het mooiste weer van de wereld. . .

Op een enkele vederwolk na, is de lucht strak blauw. De zon schijnt al koesterend warm op mijn rug, als ik vrijdagochtend 26 augustus 2016 om half-negen naar de Gemeentelijke Begraafplaats Tolsteeg fiets. Hoog zomer.
Bij het open toegangshek word ik begroet door iemand in een donkergroen colbert-met-gemeentewapen. Hij vertelt waar de wachtruimte is en dat ik daar ook mijn fiets kwijt kan. Even later komt ook Jan van der Haar, dichter van dienst, aangefietst en ik wijs hem waar hij zijn fiets kwijt kan. De wachtruimte is nog afgesloten.
We signaleren de begrafenisauto, met de kist, bij het hek. Voorafgegaan door een mevrouw en de man met het groene colbert nadert de auto stapvoets de wachtruimte. Jan en ik staan beleefd stil te kijken.

De begrafenisauto stopt, de chauffeur stapt uit. Hij, de mevrouw en de man in het groene colbert komen op ons af. We schudden handen en stellen ons voor.
Elles van Dam (uitvaartleider/office-manager Uitvaartverzorging Barbara); Ton van Ringelestijn (chauffeur en uitvaartverzorger) en Vincent Sodaar (medewerker begraafplaats Tolsteeg). Jan van der Haar noemt zich ‘dichter-van-dienst’ en ik noem mij secondant, meegekomen voor het verslag. Het is negen uur in de ochtend en het belooft een mooie dag te worden.

We wachten op niemand. We verwachten ook niemand. We zijn met ons vijven. Hoe eenzaam kan een uitvaart zijn? De kist komt uit de auto en gaat over op een karretje met keurig afhangende bordeaux-rode gordijnen. Gevijven duwen we het karretje naar een gapend gat in het gras van de begraafplaats: de laatste rustplaats. Vogels, die rond de wachtruimte nog voluit kwetterden, lijken als op bevel stilgevallen. . .
We staan rond het graf. Elles van Dam vertelt dat wij vanmorgen de heer Harderwijk komen begraven. In alle rust en eenzaamheid. Ze geeft de dichter-van-dienst het woord en Jan van der Haar leest zijn – eerste – eenzame uitvaart-gedicht.
Jan noemt de overledene al Martin. Hier en daar is er tóch een vogel die voorzichtig reageert. Door een duwtje met een enkele teen laat een mechanisme de kist zakken.

Jan ontvangt lof en dank van Elles, Ton en Vincent. Alsof we elkaar al een beetje kennen. . . alsof we de heer Harderwijk; ook wij noemen hem nu Martin, zelfs een beetje hebben leren kennen. Jan vertelt dat hem dat nog het meest heeft ontroerd: door het schrijven van het gedicht was het alsof de dode voor hem was gaan leven.

Nog even hebben we wat nagepraat, op gehoorafstand van het graf. Dat er wel zussen en een broer zijn; maar niemand die wist te vertellen waar dan, of hoe daarmee in contact te komen. Dat er al twintig jaar een hulp in de huishouding was, die nog kleding voor Martin uit zijn huis had gehaald om hem netjes aangekleed in de kist te leggen. Maar dat zij niet naar de uitvaart wilde komen. Dat er toch collega’s van Martin moesten zijn uit de tijd dat hij op het kantoor van Protestantse Kerken Nederland werkte (hij was pas sinds 5 april 2016 met pensioen). Maar dat er niemand van de daar aanwezige medewerkers was die de uitvaart kon bijwonen.
Dat hij een begeleidster had, die hem misschien nog het meest nabij was. . . maar dat zij nu nèt met vakantie in het buitenland was.
En tenslotte de speculatie dat Martin misschien zelf de regie van zijn uitvaart in handen had genomen en eigenlijk wilde dat er niemand zou zijn. . . We nemen afscheid van elkaar en iedereen gaat doen wat er die dag nog gedaan moet worden.

Als Jan en ik door het wijdopen hek fietsen en ons afvragen of we nog ergens een bakkie troost zullen drinken, kijk ik op mijn horloge. Het is pas twintig over negen, dus dat kan wel. Het worden uiteindelijk elk twee bakkies troost. Dat mag ook wel, ook al is het het mooiste weer van de wereld.

 

In Memoriam M.C.M. Harderwijk
(12.11.1950 – 22.8.2016)

Op 26 augustus 2016 om 9.00 uur op
begraafplaats Tolsteeg te Utrecht is de
Eenzame Uitvaart van Martin Harderwijk.
Bij Martin kwam er zelden iemand in de
Hubert Duyfhuysstraat 39, zoals het
telefoonboek hem vermeldt – de enige
treffer op Internet. En later, na zijn
moeders dood, al helemaal niemand.
Zijn broer en drie zussen bleven weg.
Hij leefde als een kluizenaar. Hij werkte
als een dienstbaar, heel sociaal persoon
die hield van computeren, lekker eten en
drinken, en roken. Martin rookte als een ketter!
Eerst kreeg hij blaaskanker, hij herstelde,
maar eind maart van dit jaar werd er
slokdarmkanker vastgesteld, waar niets
meer aan te doen was. Op 5 april ging hij
met pensioen. Hij was eerst conciërge op een
middelbare school in Utrecht en werkte
daarna op de postkamer van de Protestantse
Kerken Utrecht. Zelf was hij niet gelovig.
Hij werd in het Antoniusziekenhuis opgenomen.
Daar kreeg hij veel post, die hem deed spotten:
Waarom gingen ze niet met me om toen ik gezond was?
Martin trok zich terug in een coma en daarna nog
verder in de dood. Alleenstaand, de eer aan zichzelf.

Te vermoeden valt een grote woede – op de wereld
die hij weg rookte. Dat hij daarmee ook zichzelf zou weg
roken was bij de prijs inbegrepen. Heb vrede, Martin!
Alleen jij weet wat het leven jou geboden heeft.
Het mysterie van de dood is jou deelachtig geworden.
Laat het minder eenzaam zijn dan je leven was.
Heb vrede.