• Home
  • Over het Gilde
  • De dichters
    • Anne Broeksma
    • Daniel Vis
    • Dorien Dijkhuis
    • Hanneke van Eijken
    • Ruben van Gogh
    • Jan van der Haar
    • Baban Kirkuki
    • Fred Penninga
    • Pauline Pisa
    • Alexis de Roode
    • Els van Stalborch
    • Erelid: Ingmar Heytze
  • Stadsgedichten
  • Projecten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

Eenzame uitvaart #21 Het mooiste weer van de wereld

Utrecht, 26 augustus 2016, M.C.M. Harderwijk, 12.11.1950 – 22.8.2016.
Aula: Begraafplaats Tolsteeg, Utrecht
Dichter van dienst: Jan van der Haar
Verslag: Fred Penninga

Het mooiste weer van de wereld. . .

Op een enkele vederwolk na, is de lucht strak blauw. De zon schijnt al koesterend warm op mijn rug, als ik vrijdagochtend 26 augustus 2016 om half-negen naar de Gemeentelijke Begraafplaats Tolsteeg fiets. Hoog zomer.
Bij het open toegangshek word ik begroet door iemand in een donkergroen colbert-met-gemeentewapen. Hij vertelt waar de wachtruimte is en dat ik daar ook mijn fiets kwijt kan. Even later komt ook Jan van der Haar, dichter van dienst, aangefietst en ik wijs hem waar hij zijn fiets kwijt kan. De wachtruimte is nog afgesloten.
We signaleren de begrafenisauto, met de kist, bij het hek. Voorafgegaan door een mevrouw en de man met het groene colbert nadert de auto stapvoets de wachtruimte. Jan en ik staan beleefd stil te kijken.

De begrafenisauto stopt, de chauffeur stapt uit. Hij, de mevrouw en de man in het groene colbert komen op ons af. We schudden handen en stellen ons voor.
Elles van Dam (uitvaartleider/office-manager Uitvaartverzorging Barbara); Ton van Ringelestijn (chauffeur en uitvaartverzorger) en Vincent Sodaar (medewerker begraafplaats Tolsteeg). Jan van der Haar noemt zich ‘dichter-van-dienst’ en ik noem mij secondant, meegekomen voor het verslag. Het is negen uur in de ochtend en het belooft een mooie dag te worden.

We wachten op niemand. We verwachten ook niemand. We zijn met ons vijven. Hoe eenzaam kan een uitvaart zijn? De kist komt uit de auto en gaat over op een karretje met keurig afhangende bordeaux-rode gordijnen. Gevijven duwen we het karretje naar een gapend gat in het gras van de begraafplaats: de laatste rustplaats. Vogels, die rond de wachtruimte nog voluit kwetterden, lijken als op bevel stilgevallen. . .
We staan rond het graf. Elles van Dam vertelt dat wij vanmorgen de heer Harderwijk komen begraven. In alle rust en eenzaamheid. Ze geeft de dichter-van-dienst het woord en Jan van der Haar leest zijn – eerste – eenzame uitvaart-gedicht.
Jan noemt de overledene al Martin. Hier en daar is er tóch een vogel die voorzichtig reageert. Door een duwtje met een enkele teen laat een mechanisme de kist zakken.

Jan ontvangt lof en dank van Elles, Ton en Vincent. Alsof we elkaar al een beetje kennen. . . alsof we de heer Harderwijk; ook wij noemen hem nu Martin, zelfs een beetje hebben leren kennen. Jan vertelt dat hem dat nog het meest heeft ontroerd: door het schrijven van het gedicht was het alsof de dode voor hem was gaan leven.

Nog even hebben we wat nagepraat, op gehoorafstand van het graf. Dat er wel zussen en een broer zijn; maar niemand die wist te vertellen waar dan, of hoe daarmee in contact te komen. Dat er al twintig jaar een hulp in de huishouding was, die nog kleding voor Martin uit zijn huis had gehaald om hem netjes aangekleed in de kist te leggen. Maar dat zij niet naar de uitvaart wilde komen. Dat er toch collega’s van Martin moesten zijn uit de tijd dat hij op het kantoor van Protestantse Kerken Nederland werkte (hij was pas sinds 5 april 2016 met pensioen). Maar dat er niemand van de daar aanwezige medewerkers was die de uitvaart kon bijwonen.
Dat hij een begeleidster had, die hem misschien nog het meest nabij was. . . maar dat zij nu nèt met vakantie in het buitenland was.
En tenslotte de speculatie dat Martin misschien zelf de regie van zijn uitvaart in handen had genomen en eigenlijk wilde dat er niemand zou zijn. . . We nemen afscheid van elkaar en iedereen gaat doen wat er die dag nog gedaan moet worden.

Als Jan en ik door het wijdopen hek fietsen en ons afvragen of we nog ergens een bakkie troost zullen drinken, kijk ik op mijn horloge. Het is pas twintig over negen, dus dat kan wel. Het worden uiteindelijk elk twee bakkies troost. Dat mag ook wel, ook al is het het mooiste weer van de wereld.

 

In Memoriam M.C.M. Harderwijk
(12.11.1950 – 22.8.2016)

Op 26 augustus 2016 om 9.00 uur op
begraafplaats Tolsteeg te Utrecht is de
Eenzame Uitvaart van Martin Harderwijk.
Bij Martin kwam er zelden iemand in de
Hubert Duyfhuysstraat 39, zoals het
telefoonboek hem vermeldt – de enige
treffer op Internet. En later, na zijn
moeders dood, al helemaal niemand.
Zijn broer en drie zussen bleven weg.
Hij leefde als een kluizenaar. Hij werkte
als een dienstbaar, heel sociaal persoon
die hield van computeren, lekker eten en
drinken, en roken. Martin rookte als een ketter!
Eerst kreeg hij blaaskanker, hij herstelde,
maar eind maart van dit jaar werd er
slokdarmkanker vastgesteld, waar niets
meer aan te doen was. Op 5 april ging hij
met pensioen. Hij was eerst conciërge op een
middelbare school in Utrecht en werkte
daarna op de postkamer van de Protestantse
Kerken Utrecht. Zelf was hij niet gelovig.
Hij werd in het Antoniusziekenhuis opgenomen.
Daar kreeg hij veel post, die hem deed spotten:
Waarom gingen ze niet met me om toen ik gezond was?
Martin trok zich terug in een coma en daarna nog
verder in de dood. Alleenstaand, de eer aan zichzelf.

Te vermoeden valt een grote woede – op de wereld
die hij weg rookte. Dat hij daarmee ook zichzelf zou weg
roken was bij de prijs inbegrepen. Heb vrede, Martin!
Alleen jij weet wat het leven jou geboden heeft.
Het mysterie van de dood is jou deelachtig geworden.
Laat het minder eenzaam zijn dan je leven was.
Heb vrede.

 

27 augustus: Dichters in het Pandhof bij de Dom!

Komende zaterdag van 13.30 tot 14.30 treden Ruben van Gogh, Els Van Stalborch, Pauline Pisa en Maarten Das op in het Pandhof bij de Dom, met gedichten rond het thema “Hortus Conclusus” en ander werk. Komt dat horen, komt dat zien!

dichters in pandhof bij de dom

Trouwboekje in Utrecht voortaan met gedicht

Eind 2015 schreef gildemeester Alexis de Roode een stadsgedicht voor het gemeentelijke trouwboekje. Op 13 mei 2016 is dat officieel gepresenteerd bij de bruiloft van de zoon van Pieti Kuipers, de secretaris van het bestuur van het Utrechts Stadsdichtersgilde (voor een verslag zie hier).  Het gedicht is gedrukt op een doorzichtig inlegvel, dat meegeniet wordt bij het inbinden van het boekje, zodanig dat het woord „Trouwboekje” op de titelpagina van het boekje doorschijnt en de titel van het gedicht vormt. De titel kan dan ook „Partnerschapsboekje” luiden want ook bij een geregistreerd partnerschap kan je een boekje krijgen.

Tot noch toe stond er nooit een gedicht in het trouwboekje, alleen dorre ambtelijke taal over wat te doen bij overlijden en dat soort zware zaken. Vanaf nu wordt ook de liefde bezongen in het trouwboekje.

prf1_41SZ53_GEU_inlegvel

Stadsopera Onderweg

Op 1 mei 2016 stond de culturele zondag in het teken van vluchtelingen. Ruben van Gogh en Baban Kirkuki schreven voor deze gelegenheid het libretto voor de stadsopera Onderweg. De primeur en eenmalige vertoning vond plaats op drie verschillende locaties.

Een impressie vanaf locatie Stadskantoor:

P1000358 P1000363 P1000364 P1000365 P1000366 P1000371 P1000379 P1000381 P1000383 P1000400 P1000403 P1000406 P1000413 P1000415

 

 

Groene poëzie op het Jaarbeursplein

Donderdag 7 april las Alexis de Roode een nieuw stadsgedicht voor over de verbouwing van het Jaarbeursplein, bij de plaatsing van 50 schitterende levende Groene Poëziehekken van de Utrechtse Green Business Club, ontworpen door De Plantenfabriek en Demeneer.  Op de hekken zullen de komende tijd dichtregels van het Gilde te lezen zijn.

hetbegintpilothek2         12932727_1109949325695267_8562869412206556489_n

Jaarbeursplein

Er groeit iets op het Jaarbeursplein,
en ik hoop dat het iets groens zal zijn,

zoals de bouwhekken langs de rand,
gemaakt door natuur en mensenhand

daarín en -omheen is het nog desolaat
stenen staan op en licht breekt de straat

en machines breken de Leeuwensteyn af
een mooie naam – voor een gebouw als een graf,

een zerk van beton, een zielloos object
gemaakt door een copy paste architect.

De eerste Jaarbeurs begon ooit zo fraai
in 1917, bij oorlogslawaai,

in de oude Fruithal en Korenbeurs,
de vapeurs, primeurs, seigneurs, claqueurs!

Twee gebouwen als taarten in laagjes, maar sterk,
met koepels, pilaren en siermetselwerk,

de ramen in bogen en lijstjes verschanst,
als ogen met wenkbrauw en wimpers omkranst,

die zinnelijke blik, ze verdween tot mijn spijt
in de vaart der volkeren en eisen der tijd,

vervangen door panden als vleesloos bot,
de metselaars door prefab, elk leven beknot,

en tegen 2000, na een eeuw ongeveer,
was het Jaarbeursplein nog weinig meer

dan de lelijkste bushalte van de stad,
een asfaltplak die vol oliesmeer zat.

Maar hoera! Weg is dat Leeuwen-karkas.
op het plein verschijnen straks bomen en gras,

met flaneurs die picknicken, wat hangen in ’t rond
hoe heerlijk nietwaar, al dat groen op de grond,

ik mag toch die plaatjes, maquettes geloven?
Maar wacht even, richt ik de blik wat naar boven

waar ik hoop dat het levend en groen zal zijn,
dan zie ik een soort industrieterrein,

en waar die zerk verdween, de Leeuwesteyn
komt iets wat vast een vergissing moet zijn,

want je gaat toch geen 8-hoog monster pletten
om een 18-hoog monster terug te zetten?

Een zwarte parkeergarage, naam: WTC.
Leeuwesteyn had ten minste zijn naam nog mee.

In een diepzwarte schaduw gaat straks teloor
de Taj Mahal van ons stadskantoor.

En was dat nu alles, maar nee, nee auw,
daarnaast komt het Jaarbeurspleingebouw,

een liefdeloos blok van copy paste,
een gebouw van ontwerpbureau Eindegeest,

Waar zijn de daktuinen en groene gevels?
Waar in de hoogte zweven levensnevels,

waar is de stadslandbouw en menselijke maat?
Waarschijnlijk van binnen? Ik wil het op straat!

Het plein wordt heus mooi, bus en auto verdween,
het water stroomt weer door de singels heen,

laat de hekken met groen dan een voorbeeld zijn
voor de bouwers der stad en het groeiende plein,

Urban farming en gardening, een eetbare stad,
bij “Healthy Urban Living” verwacht je dat.

Maak het plein zo tot een modern paradijs
als de Jaarbeurs zijn eerste eeuw opeist.

Er groeit iets moois op het Jaarbeursplein,
en ik hoop dat het iets groens zal zijn,

geen bouwput maar wensbron, een dromenland,
een groeiend groen hart voor Nederland.

Alexis de Roode, 7 april 2016

het einde van Leeuwesteyn
7 april 2016: de restjes van Leeuwensteyn worden afgebroken tegen de achtergrond van het Stadskantoor.
wtc
Dit is het ontwerp voor het nieuwe WTC-gebouw.

Universiteit Utrecht bestaat 380 jaar

Stadsgedicht geschreven door Alexis de Roode ter gelegenheid van het 380-jarig bestaan van de Universiteit Utrecht, die in 1636 ontstond uit de Illustere School van de gereformeerde theoloog Gisbertus Voetius, onder de zinspreuk “Sol iustitia illustra nos” (“Zon der gerechtigheid, verlicht ons”). Het gedicht werd voorgelezen in het Paushuize te Utrecht op 2 april 2016.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Sol iustitia

Sommige kennis is zo oud als een mens.
Sommige mensen zijn zo oud als een boom.
Sommige eiken zijn zo oud als een universiteit.

Ik ken een eik waarvan de wortels
archeologisch onderzoek doen in lagen
die werden gevoed met heksenbloed
en zwarte Bijbelbladzijden, wortels
verstrengeld met het geraamte van Voet,
die vocht tegen Copernicus en Spinoza,
een man die dans en toneel bestreed
en de helderste geesten van zijn tijd,
onder een Bijbelse zon van gerechtigheid,

en op die harde en droge grond
groeide een brede, dragende stam
naar het licht van een nieuwe zon
die een ster bleek, niet van gerechtigheid
maar van kernfusie, een stofje in het universum,
de nieuwe natuurkundige eeuwigheid,
en de aarde een stofje om een stofje heen,
en gerechtigheid een mislukte droom,

maar de zon zal stralend opgaan
met geneeskracht onder haar vleugels.
Huppelend als kalveren uit de stal
zullen wij naar buiten komen,

om te knabbelen aan de groene scheuten
van waarheid, dans en toneel,
de groeiende eik van de universiteit,
die niet opgeeft, maar reikt, en reikt, en reikt.

Alexis de Roode

 

Eenzame uitvaart #20, zorgmijder

Utrecht, 23 maart 2016, J.H.G. de Jong, 9-2-1950 – 18-3-2016.
Aula: Uitvaartcentrum Barbara, Utrecht
Dichter van dienst: Peter Drehmanns.

Op maandag 21 maart kregen we te horen dat er op woensdag 23 maart bij uitvaartcentrum Barbara aan de Egginklaan een eenzame uitvaart zou plaatsvinden van de in 1950 geboren heer J.H.G. de Jong. Dichter van dienst was ditmaal Peter Drehmanns. Via een medewerker van het uitvaartcentrum kreeg hij het telefoonnummer van een zorgverlener die de heer De Jong redelijk goed gekend had. Dit was iemand van buurtteam Hoograven, die over meer dan summiere informatie bleek te beschikken. Hij vertelde onder andere dat de overledene een liefhebber van Pessoa was geweest en verzot was op eten, Césaria Évora en Portugal. Ook had meneer De Jong zich onderscheiden als heuse ‘zorgmijder’, iemand die eigenlijk niet geholpen wilde worden ondanks zijn hevige fysieke en geestelijke leed. Op grond van deze inlichtingen schreef Drehmanns vervolgens een gedicht.

Voor Jan de Jong (9-2-1950 – 18-3-2016)

In Wuppertal de dochter, onherroepelijk zoek
hij in Plettenburg met de pijn in zijn lijf
de Kaapverdische blues in de oren, gedichten van Pessoa
op zijn schoot, schaaldieren op zijn tong, een mol
die gangen groef in zijn benen en in zijn ogen soms
opwiekend een ijsvogel, lazuurblauw, het verenkleed
waterdicht, de snavel dolkvormig, brisante vlucht.

Hij had een gebruiksaanwijzing, hij had gestudeerd, deed de deur
niet open waarachter zijn vrouw ooit verdween.

Elke nacht voer hij de Taag op, vreugdevuren op de oevers
’s ochtends zijn kwijl op de stoelleuning, de deurbel
die van alles wilde, behalve hem laten gaan.

Iets in de chemie had hij gedaan, niemand die het kon
bevestigen, niemand die hem nog aan de praat kreeg
behalve de diva op de blote voeten, zij zong sodade sodade
en wees de weg de lange weg naar de uitgang.

De dood doofde hem, genas hem, tussen de heuvelflanken
in Wuppertal doolt zijn DNA nog, onwetend
in een zweeftrein acht meter boven de weg
dagdromend bij de tralies van de leeuwentuin –
in de Wuppervallei is het waar hij nog bestaat
de Wuppervallei, bekend van
de aspirine van Bayer
de isoleertape van Coroplast
de waterpomptang van Knipex

De uitvaart zelf bleek niet zo eenzaam te zijn als verwacht. Er waren diverse personen aanwezig van verschillende zorginstellingen, en ook de huishoudelijke hulp van meneer De Jong, die een ontroerend verhaal vertelde. Terwijl de klimaatregelaar gonsde vertelde elke aanwezige over zijn ervaringen met de man die nu in de doodkist lag. Hieruit kwam naar voren dat hij een ‘markant type’ was geweest met ‘twee gezichten’, iemand ‘die je niet snel zal vergeten’. Vervolgens las één van de aanwezigen het gedicht ‘Wanneer de lente komt…’ van Fernando Pessoa voor, waarna dichter van dienst Peter Drehmanns ook zijn poëtische bijdrage ten gehore bracht.

Verslag en gedicht: Peter Drehmanns

Heterolinguisme

Schaduwpeloton-cover-DEF

Rond de Tour de France brachten we als gilde de bundel Schaduwpeloton uit. De bundel (en de bijbehorende app) bevat van elke Gildedichter een gedicht in het Nederlands, en vertalingen naar het Frans en het Engels. Reden voor een Waalse studente, Hélène Delville, haar eindscriptie te wijden aan het begrip ‘heterolinguisme’. Lees hier de Nederlandse versie: EindwerkHeleneDelville

De Franse versie is gepubliceerd in het tijdschrift Francofonie Vivante (2015-12).

 

Bibliotheek – Visoen

Op zaterdag 23 januari 2016 hield de Utrechts Openbare Bibliotheek een open dag in het voormalig Postkantoor aan het Neude. Het Postkantoor is de beoogde locatie voor de nieuwe bibliotheek.

BIBLIOTHEEK – VISIOEN

Heel Utrecht heeft een feestmuts op en blaast
luidruchtig de longen leeg in talloze vuvuzela’s.
De echo van die vreugdestorm weerkaatst
tussen Lorjé, de bank, drogist en de terrassen.
Publiek dromt samen, reikt de halzen en kijkt uit:
de Bibliotheek zal naar de Neude gaan verkassen.

Daar wacht het kolossaal voormalig postkantoor
een omzichtige verbouwing tot boekenkathedraal
woorden als walhalla en hiernamaals zullen vallen.
Het rijpe Amsterdamse School-complex bloost theatraal
terwijl het hier en daar wat steen verruilt voor glas
zodat er licht naar binnen valt en men naar buiten kijken kan.
De hal, die hemelpoort, waarin de hele wereld samenvalt,
blijft onaangetast. . . en blijkt nóg mooier dan ie was!

Zo wordt de Bibliotheek tot huis voor alle mensen,
waar aan ’n tafel onder de lamp de wereld wordt gelezen.
Zo biedt de Biblotheek een podium voor presentaties, poëzie,
protest; een plek voor het publiek debat, zomaar middenin de stad.
Zo legt de Bibliotheek een basis voor bruggen en ontmoeting
tussen stadsbewoners. Op zoek naar verbinding, elke dag.

Fred Penninga

Onno schrijft trappenhuisgedicht Stadskantoor

Donderdag 21 januari werd in het trappenhuis van het Stadskantoor een gedicht onthuld. Onno schreef op verzoek van medewerkers van de gemeente 42 regels voor het 21 verdiepingen tellende trappenhuis. Luister meer over de gebeurtenis in bijgaande opname. Niet vermeld in de opname maar wel het vermelden waard voor wie in de gelegenheid is om het gedicht ter plekke te lezen: het gedicht kan van boven naar beneden als naar beneden naar boven gelezen worden. Reden voor de dichter heel veel keerwoorden te gebruiken. Hoe heet de dichter ook al weer? Onno, juist ja.

«< 11 12 13 14 15 >»

Het Gilde inschakelen?

Het Utrechts Stadsdichtersgilde bestaat in 2021 uit 11 professionele dichters. Naast de Stadsgedichten die in opdracht van de gemeente worden geschreven of voor de Eenzame Uitvaart, schrijft het Gilde ook regelmatig gedichten voor andere opdrachtgevers in Utrecht. Indien u de stad of een specifieke gebeurtenis wilt verrijken met een gedicht op maat, kunt u altijd contact opnemen met het Gilde. U bent vrij om een dichter van uw keus rechtstreeks te benaderen, maar indien u niet goed weet welke dichter bij u past, kunnen wij voor u bemiddelen. In bijzondere gevallen zal het gedicht gefinancierd kunnen worden uit het budget voor Stadsgedichten, in andere gevallen kan een passende vergoeding afgesproken worden. De tarieven voor een gedicht op maat zijn afhankelijk van de aard van de opdracht en de dichter die deze uitvoert.
Contact:
editor(at)stadsdichtersgilde(punt)nl.

Volg ons ook op Facebook:
www.facebook.com/stadsdichtersgilde.

Nieuw op de site

  • Stadsgedicht Hanneke Van Eijken
  • World poetry day
  • Gedicht voor de verkiezingen provinciale staten en waterschappen 2023
  • RECTIFICATIE
  • Stadsgedicht Baban Kirkuki

Onze Schrijvers

Daniel Vis

Recente stadsgedichten:

  • Stadsgedicht Hanneke Van Eijken
  • World poetry day
  • Gedicht voor de verkiezingen provinciale staten en waterschappen 2023
  • RECTIFICATIE
  • Stadsgedicht Baban Kirkuki

Lees gedichten van:

  • Alexis de Roode
  • Baban Kirkuki
  • editor/webmaster
  • Els van Stalborch
  • Fred Penninga
  • Ingmar Heytze
  • Maarten Das
  • Mark Boog
  • Nanne Nauta
  • Peter Drehmanns
  • Peter Knipmeijer
  • Ruben van Gogh

Soorten gedichten

  • Nieuws/optredens
  • Stadsgedichten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

↑

© 2016 Alle rechten voorbehouden - webdesign: Elephant sees Elephant