• Home
  • Over het Gilde
  • De dichters
    • Anne Broeksma
    • Daniel Vis
    • Dorien Dijkhuis
    • Hanneke van Eijken
    • Ruben van Gogh
    • Jan van der Haar
    • Baban Kirkuki
    • Fred Penninga
    • Pauline Pisa
    • Alexis de Roode
    • Els van Stalborch
    • Erelid: Ingmar Heytze
  • Stadsgedichten
  • Projecten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

Eenzame Uitvaart van M.M. Herzberg

M.M.

ik las dat je op je
buik gelegen hebt
zodat het gewicht van je hart

zich niet zou wreken op je longen –

een goede adem
is open als de tijd,

het zou een eenzaam spreken kunnen zijn,
zoals je bidt –

dat lichaam
dat op een lichaam op een röntgenfoto lijkt

op die oude linnen doek,

een laatste beeld, schijnbaar
gemaakt door iemand die een ziekte zoekt

en poogde je te helen.

betekent het zweten van bloed
dat je je vastklampt?

een laatste open adem,
‘de lucht boven Getsemane’

en van dan af
een langgerekte zucht naar buiten –

het afgehaalde laken
draagt je afdruk,

blijft je afdruk dragen.


Daniël Vis, bij de eenzame uitvaart van M.M. Herzberg (27 mrt. 1940 – april 2020)

Op donderdag 16 april kregen we de melding dat kort daarvoor mevrouw M.M. Herzberg in het UMC was overleden aan de gevolgen van Corona. Zij was ongehuwd gebleven, had geen familie en geen vrienden – een adres of woonplaats was op het moment van melding niet bekend. Een telefoontje naar de uitvaartondernemer leverde als aanvullend informatie wel haar geboortedatum op: 27-03-1940 en dat er een verre nicht zou zijn – ze was blijkbaar bij haar intake in het ziekenhuis nog bij kennis geweest. Meer niet. Geen andere gegevens, geen adres, zelfs geen woonplaats. Zo weinig informatie, hadden we niet eerder gehad.

Naspeuring in de online kranten-databank Delpher, maakte duidelijk dat de naam Herzberg sinds WO II een zeldzame is. Die vermeldingen van Herzberg betroffen vrijwel alleen artikelen over dichter Judith Herzberg – zou zij die verre nicht geweest zijn? Een gemeenschappelijke kennis deed navraag bij haar, maar nee, ze hadden elkaar niet gekend.

De online telefoongids leverde een M.M. Herzberg in Gorinchem op, op een adres aanpalend aan een activiteitencentrum voor ouderen. De receptioniste van dat centrum vertelde dat zij geen gegevens over bewoners had, omdat dit zelfstandige wooneenheden betrof – maar er zaten toevallig wat mensen in de binnentuin, dus ze kon wel even navraag doen.

Mevrouw Herzberg bleek er inderdaad te hebben gewoond, ze wisten dat ze ziek was en recent naar een ziekenhuis had gemoeten, meer niet. Ze was nogal op haar zelf en ontving nooit visite. We kregen de naam door van een wijkbeheerder, die bij navraag wist te vertellen dat niemand officieel op de hoogte gesteld was van haar overlijden en dat tot die tijd er ook niks met haar woning gedaan kon worden. Ook was er ruzie met een executeur-testamentair geweest, die vervolgens de zaken had overgedragen aan een notaris, van beide was geen naam of adres bekend.

Dat dit tot ongemakkelijke consequenties kan leiden bleek later, dichter van dienst Daniël Vis werd teruggebeld door de executeur-testamentair, die blijkbaar door de wijkbeheerder was gevonden: waar het officiële bericht van overlijden toch bleef, en dat mevrouw de wens had gecremeerd te worden – het was de avond voor de begrafenis.

Zo stonden Daniël en ik de volgende vroege ochtend met vier dragers, de uitvaartondernemer en een medewerker van begraafplaats Barbara, afscheid te nemen van mevrouw Herzberg – in de wetenschap, zo vertelde de uitvaartondernemer, dat crematies, zonder nadrukkelijk papieren wens, in dergelijke gevallen nooit zullen plaatsvinden. Mevrouw werd dus begraven. Mevrouw die met niemand contact had, toch besmet was geraakt met dat duivelse virus  en waarvan het enige wat wij wisten was, dat zij gecremeerd had willen worden.

Daniël droeg het gedicht met zijn sonore stemgeluid op waardige wijze voor, en na afloop, naar de uitgang lopende hadden we allebei het gevoel van: nou, dat was het dan. Een leeg gevoel, iemand die de wereld had verlaten, zonder dat die wereld dat door heeft gehad.

Ruben van Gogh

Poëziekrant VersVrijheid – 75 jaar vrijheid

Nu veel activiteiten rond ‘75 Jaar Vrijheid’ in Utrecht zijn afgelast, komt het Utrechts Stadsdichtersgilde met een poëziekrant vol interviews, gedichten en foto’s. De ‘VersVrijheid’-krant is een herdenking en viering in-één op papier en zal in aanloop naar 5 mei gratis door Utrecht worden verspreid.
In de krant staan interviews met ooggetuigen van de oorlog in Utrecht. Eén daarvan is de honderdjarige Elma Heuperman, die in Oog in Al woont en als twintiger op de fiets hongertochten naar Oost-Nederland maakte. Deze ooggetuigen worden geëerd met speciaal voor hen geschreven gedichten.
Er staat poëzie in de krant van Utrechtse dichters van binnen en buiten het Utrechts Stadsdichtersgilde, maar ook van internationale dichters die niet in vrijheid konden of kunnen schrijven. Historicus Ad van Liempt schreef over een tragische gebeurtenis in Utrecht op 7 mei 1945.
De ‘VersVrijheid’-krant is online te bekijken en lezen: https://tiny.cc/versvrijheidutrecht. Met dank aan het Vfonds, alle 75 Jaar Vrijheid-partners en alle bijdragers: burgemeester Jan van Zanen, Anne Broeksma, Hanneke van Eijken, Els Van Stalborch, Fred Penninga, Ruben van Gogh, Yentl van Stokkum, Baban Kirkuki, Marieke Lucas Rijneveld, historicus Ad van Liempt, cartoonist Argibald, Frank de Munnik en fotograaf Ruud Spaargaren.

 

Gedichtendag door Het Utrechts Stadsdichtersgilde in de Centrale bibliotheek Utrecht & Broese

 

Stadsgedicht voor Prinses Beatrix

Op maandagavond 20 januari 2020 vond in TivoliVredenburg de interreligieuze bijeenkomst In Vrijheid Verbonden plaats, om de band tussen zes religies en levensbeschouwingen te versterken in de geest van de Unie van Utrecht (1579). Aan het eind droeg Anne Broeksma een speciaal voor de avond geschreven stadsgedicht voor, waarna het gedicht ingelijst als cadeau aan Prinses Beatrix werd overhandigd. Andere sprekers tijdens de avond waren Utrechts burgemeester Jan van Zanen en fractievoorzitter van GroenLinks Jesse Klaver. 

VONDST

voorbij de oude bomen
waar gestreepte en gestipte dieren
door de velden lopen
ligt tussen rietkragen
onder het water verscholen:
een woord

een kind dat kleine amfibieën vangt
ziet het glinsteren vanaf de waterkant
haalt het papier met het woord
naar boven, hangt het in de tuin
aan een waslijn te drogen

het hele dorp komt uitgelopen
vreemd is het, vreemd
dat het niet door het water
in vezels uiteen is gebroken
het moet wel een heel oud woord zijn
en iedereen bekijkt het vol bewondering

gaat dan op zoek naar de sleutel
om het woord mee open te breken
men maakt muziek,
verhalen en gebeden
en het komt weer tot leven
zingt rond in de mooiste zalen,
in tempels, kathedralen en moskeeën

soms hoeven ze alleen maar
aan het oude woord te denken
en dan zit het al verscholen in hun ogen
de zachte focus, die plaats maakt
een ruimte openbaart
waarin de ander veilig af kan dalen

men zegt dat in die ruimte
ooit het woord werd geboren

Anne Broeksma

 

 

 

 

 

 

Winters stadsgedicht

Ruben van Gogh, Gildemeester van het Utrechts Dichtersgilde, blikt terug en schreef een winters Stadsgedicht over de gebeurtenissen van 2019 in Utrecht.

MIDDERNACHT TE UTRECHT

De stad staat in de steigers, winterklaar,
overziet het afgelopen jaar en streept

haar gebeurtenissen een voor een af:
de sneltram waar pas op het einde schot

in kwam en die ene waarin werd geschoten,
toen de binnenstad een stille zondag werd

in alle winkelstraten. Ach, en wat er verder
allemaal werd losgelaten. De oude beuk

die achterbleef als kale tak en stam, de wet-
houder die vertrok naar Amsterdam en die

ander die maar zitten bleef. En dan de zaken
waaraan geen einde lijkt te komen: singels

die nog niet in cirkels stromen, wijkraden
die niet langer worden gehoord, boeken

die op nieuwe kasten wachten, sprintsters
die naar gouden plakken smachten,

muziek die nooit meer opklinkt bij de Dom,
dames wachtend op hun raam en ook

hun baan aan de Europalaan die weg moet
gaan, burgers die met lege handen staan,

wegen die wel-niet-wel-niet worden verbreed
en niemand draagt een boetekleed.

De Dom toornt bedrempeld als staketsel uit
boven de Oudegracht en wacht,

zal de klok dit jaar niet twaalf zien slaan
omdat de wijzers elders in de opslag staan.

Ruben van Gogh

Tram 22

Op zaterdag 14 december voltrok zich dan eindelijk de feestelijke opening van tramlijn 22 (de Uithoflijn) van Utrecht Centraal naar het Sciencepark, die vanaf 16 december volgens dienstregeling gaat rijden. Baban Kirkuki schreef daar het volgende stadsgedicht over.

TRAM 22

Een lijn die vele seizoenen heeft gekost.
Van hete zomers waarbij het gras langs
en tussen de trambaan werd gedroogd,
tijdens het wachten op verloren tijd.

Het gras bloeide weer op met de regen,
maar de tram was nog niet klaar
om de vertraagde tijd in te halen.

Maar de weg naar de wetenschap had haast.
Het spoor beloofde ongemakken weg te nemen
met een duurzame tram door groene zones.
De stad legt een nieuwe verbinding.

Nu vertrekt de duurste tram van Nederland.
In stijl wordt de massa kennis vervoerd.
De route naar het Science Park kleurt geel.

Baban Kirkuki

Actiegedicht

Buslijn 4 Zuilen dreigt te verdwijnen. Deze lijn wordt omgenummerd tot lijn 7, maar zal een andere route rijden. Hierdoor vervallen de haltes rond Schaakwijk. Op deze plek wonen veel ouderen, die slecht ter been zijn. Zij zullen nu zo’n 500 meter extra moeten lopen naar een bushalte. Tegen deze verlegging van de route is veel weerstand en protest; zo zijn er al meer dan 900 handtekeningen opgehaald. Gildemeester Ruben van Gogh zet dit protest poëtische kracht bij middels dit stadsgedicht:

BUSLIJN VIER VIA SCHAAKWIJK
(MOET BLIJVEN!)

Busroutes zijn als levenslijnen,
wie ze omlegt legt heuse levens om.

Wie nog weet hoe hij lopen kon, voor
het schuifelen begon, waarmee de halte

dag na dag wat verder leek, week
na week, jaar na jaar, vreest het gevaar

dat een opstaphalte eindpunt wordt.
Nog lijkt het haalbaar, maar het leven

is niet schaalbaar: vijfhonderd meter
verder is een onmogelijkheid voor wie

voet voor voet de tijd verbeidt. Je zou
wel verder wíllen, maar het wil niet meer.

Het leven is vol hindernissen, en dan
ook de laatste bus nog moeten missen.

Ruben van Gogh

 

Gedicht voor het UMC Utrecht

Op 14 november werd door DIG (Design Inovation Group) een gedicht van Pauline Pisa aangeboden aan de Raad van bestuur van het UMC Utrecht. DIG heeft binnen alle geledingen van het Utrechtse UMC een groot onderzoek verricht om te peilen hoe men er tegen de toekomst aankijkt. De centrale vraag hierbij luidde: ‘Waar staat het UMCU in 2030?’ Op basis van de bevindingen en uitkomsten van dit onderzoek schreef Pauline onderstaand gedicht:

Stadsgedicht ‘Denk aan de Dom’

In september 2018 werd de motie Denk aan de Dom door de Utrechtse Gemeenteraad aangenomen. Daarin werd het College van B&W opgedragen ’te zorgen dat over 40 jaar de raad een herinnering zal ontvangen dat de Dom binnenkort een restauratie nodig zal hebben’. Het gemeentelijk projectteam dat verantwoordelijk is voor de restauratie klopte aan bij het Stadsdichtersgilde met de opdracht alvast gestalte te geven aan deze herinnering. Scheidend Gildemeester Onno Kosters nam vervolgens deze taak op zijn schouders en schreef  ‘Denk aan de Dom’, een 112 regels hoog en in de vorm van de 112 meter hoge Domtoren uitgevoerd gedicht. Deze spectaculaire schepping werd op donderdag 17 oktober 2019 door de burgemeester onthuld in de grote trouwzaal van het stadhuis. Het ingelijste monumentale gedicht zal een plek krijgen in het stadhuis, vermoedelijk in de raadszaal.

Wil je het hele gedicht lezen? Dat kan hier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenzame Uitvaart van Hendrika Doomernik-Bliekendaal

Op 26 september 2019 overleed Hendrika Doomernik-Bliekendaal (geb. 7-11-1920). Omdat zich bij haar dood geen nabestaanden of vrienden hadden gemeld, werd er een Eenzame Uitvaart voor haar geregeld. Ruben van Gogh, onze nieuwe Gildemeester, schreef een gedicht voor de overledene dat hij tijdens de uitvaart voorlas.

GEWEZEN MOEDER

U sloot dan toch de laatste maal uw ogen,
in verdriet of ongeloof, en schoof zo het leven uit,
mij toch wel wat verwonderd achterlatend,
nu ik van u heb gehoord, nu pas,
na bijna honderd jaar, aan uw graf nu pratend.

Een eeuwfeest had het moeten worden, dat er veel
gebeurd is kan dan niet anders – voldoende tijd
daar uitgebreid bij stil te staan: ruzies, slaande
deuren, groot verdriet, uw man misschien.
Ik verzin maar wat, ik weet het niet.

Als je kinderen tot aan het einde geen behoefte
hebben je te zien, is het beter niet te veel te weten,
maar voor nu van het liefdevolle uit te gaan.

Zo kunt u mij dan hier zien staan: als een vergeten
zoon, die alsnog wat laatste woorden tot u richt,
nu u hier als gewezen moeder voor hem ligt.

Ruben van Gogh

Ook aanwezig bij de begrafenis was Gildelid Alexis de Roode, die het volgende verslag schreef:

Dinsdag 8 oktober

Deze ochtend is de hemel parelgrijs met zilvergouden scheuren erin, als de dichter van dienst en uw verslaggever arriveren bij de toegangspoort van St. Barbara. ‘Een begraafplaats die leeft!’, zo luidt de prikkelende slogan van deze van oudsher Rooms-Katholieke dodenakker. Tegenwoordig mag men zich hier met elk geloof laten begraven. Op het naambord van de begraafplaats ontbreken wat letters en een deel van het kruisteken, maar de directrice, mevrouw Kolkhuis Tanke, verzekert ons dat het bord binnenkort gerepareerd zal zijn, helaas niet meer voor Allerzielen. Dat beetje verval draagt ook wel weer bij aan de herfstige stemming. De begraafplaats zelf is parkachtig, groen en bloemrijk, met veel goed verzorgde graven.

De dragers staan om 9.20 uur al plechtig opgesteld, vier boomlange, fris geknipt en geschoren jongemannen in chique grijze jassen met zwarte revers en hoge hoeden. Het wachten op de overledene duurt een tijdje. Een klein buitje barst los. We kunnen schuilen onder twee grote bomen bij de ingang, maar de dragers moeten blijven staan als erehaag, want de overledene kan elk moment arriveren. Hun hoge hoeden bieden enige beschutting. Het wachten is op het stoffelijk overschot van Hendrika Doomernik-Bliekendaal, overleden op 26 september jongstleden. Ze haalde net niet de eeuw en werd 99 jaar oud. Sinds een paar jaar woonde ze in een bejaardentehuis. Ze was al weduwe sinds de jaren ’80. Volgens de doorgegeven informatie heeft ze vijf kinderen gehad, maar daarvan zijn er, zover bekend, nog maar twee in leven. Twee zoons. Beide hebben aangegeven niet bij de begrafenis aanwezig te zullen zijn. Naar de achtergronden van deze verhoudingen is het gissen.

Er arriveren toch nog twee onverwachte bezoekers: een dame van rond de veertig en een heer van rond de vijftig. Zij blijken de verplegers te zijn die mevrouw Doomernik de laatste jaren hebben verzorgd. Ze hadden in de krant gelezen wanneer de begrafenis was. De dame stelt zich voor als Hermien. Ze vertelt dat ze vanaf het begin voor mevrouw Doomernik heeft gezorgd, toen ze in het tehuis kwam. Ze was toen al dement. ‘In het begin had ze nog wel eens praatjes, maar de laatste tijd zei ze niet veel meer.’

De verpleegster heeft een grote roodoranje roos bij zich. Ze was dol op mevrouw Doomernik, vertelt ze. Het was een lief vrouwtje met een ‘schattig koppie’, een echte Utrechtse. Waarom de zoons geen contact meer met haar wilden, weet ze niet. Later horen we dat een van de twee zoons nooit is opgevoed door zijn moeder.

Tegen kwart voor tien komt de begrafenisauto aangereden, een lange grijze Mercedes die mooi kleurt bij de lucht en de dragers. De kerkklokken luiden. De begrafenisondernemer, de heer Overbeek, stapt uit en stelt zich aan ons voor, begroet de dragers. De auto rijdt het grindpad op, de vier drager gaan er naast lopen, en in langzame optocht lopen we een stukje richting de groeve. De directrice van de begraafplaats komt erbij en loopt samen met de uitvaartleider voor de auto, de dichters en de verplegers erachter. Dan tillen de dragers de blankhouten kist uit de auto en rijden hem verder op een baar.

Mevrouw Doomernik komt te liggen op een stukje van het kerkhof dat is gereserveerd voor gemeentebegrafenissen, dat wil zeggen begrafenissen die niet worden betaald door de dode zelf of diens nabestaanden. De gemeenschap draait voor de kosten op en dat betekent dat het budget minimaal is. De doden liggen daarom getweeën op één plek, de eerste dode zo’n twee meter diep. Mevrouw Doomernik is de tweede overledene voor deze plek en daarom is het gat duidelijk minder diep dan gebruikelijk.

In Utrecht wordt de overledene direct naar het graf gebracht. De auto, de vier dragers en de kist worden beschouwd als het minimum aan eerbetoon waar elke overledene recht op heeft.

De dragers tillen de kist op de draagconstructie boven het gat. Verpleegster Hermien legt de roos op de kist. Ruben van Gogh draagt met zijn sonore stem, met heldere articulatie en rollende r’s, zijn gedicht voor. Daarna legt hij het handgeschreven gedicht op de kist, onder de roos. De uitvaartleider geeft een sein en de dragers laten de kist een centimeter of vijftig dalen in het gat. Daarmee is de ceremonie voor nu afgelopen. De doodgraver zal het werk later afmaken.

Na afloop komen de heer Overbeek en mevrouw Kolkhuis Tanke naar de dichter toe en verklaren hun waardering en instemming met het gedicht. Verpleegster Hermien is er erg blij mee en vraagt of ze het gedicht mag meenemen naar het verpleeghuis, om het daar op te kunnen hangen. Haar collega Hans vond het ook heel mooi.

Gezamenlijk lopen we terug naar de uitgang van de begraafplaats en nemen afscheid, tot een onbestemd weerzien.

«< 2 3 4 5 6 >»

Het Gilde inschakelen?

Het Utrechts Stadsdichtersgilde bestaat in 2021 uit 11 professionele dichters. Naast de Stadsgedichten die in opdracht van de gemeente worden geschreven of voor de Eenzame Uitvaart, schrijft het Gilde ook regelmatig gedichten voor andere opdrachtgevers in Utrecht. Indien u de stad of een specifieke gebeurtenis wilt verrijken met een gedicht op maat, kunt u altijd contact opnemen met het Gilde. U bent vrij om een dichter van uw keus rechtstreeks te benaderen, maar indien u niet goed weet welke dichter bij u past, kunnen wij voor u bemiddelen. In bijzondere gevallen zal het gedicht gefinancierd kunnen worden uit het budget voor Stadsgedichten, in andere gevallen kan een passende vergoeding afgesproken worden. De tarieven voor een gedicht op maat zijn afhankelijk van de aard van de opdracht en de dichter die deze uitvoert.
Contact:
editor(at)stadsdichtersgilde(punt)nl.

Volg ons ook op Facebook:
www.facebook.com/stadsdichtersgilde.

Nieuw op de site

  • World poetry day
  • Gedicht voor de verkiezingen provinciale staten en waterschappen 2023
  • RECTIFICATIE
  • Stadsgedicht Baban Kirkuki
  • Eenzame Uitvaart van mevrouw F.G. Zwart van den Meersche (1942 – 2022) Sint Barbara, 3 december 2022

Onze Schrijvers

Daniel Vis

Recente stadsgedichten:

  • World poetry day
  • Gedicht voor de verkiezingen provinciale staten en waterschappen 2023
  • RECTIFICATIE
  • Stadsgedicht Baban Kirkuki
  • Eenzame Uitvaart van mevrouw F.G. Zwart van den Meersche (1942 – 2022) Sint Barbara, 3 december 2022

Lees gedichten van:

  • Alexis de Roode
  • Baban Kirkuki
  • editor/webmaster
  • Els van Stalborch
  • Fred Penninga
  • Ingmar Heytze
  • Maarten Das
  • Mark Boog
  • Nanne Nauta
  • Peter Drehmanns
  • Peter Knipmeijer
  • Ruben van Gogh

Soorten gedichten

  • Nieuws/optredens
  • Stadsgedichten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

↑

© 2016 Alle rechten voorbehouden - webdesign: Elephant sees Elephant