• Home
  • Over het Gilde
  • De dichters
    • Anne Broeksma
    • Daniel Vis
    • Dorien Dijkhuis
    • Hanneke van Eijken
    • Ruben van Gogh
    • Jan van der Haar
    • Baban Kirkuki
    • Fred Penninga
    • Pauline Pisa
    • Alexis de Roode
    • Els van Stalborch
    • Erelid: Ingmar Heytze
  • Stadsgedichten
  • Projecten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

Gedicht voor het UMC Utrecht

Op 14 november werd door DIG (Design Inovation Group) een gedicht van Pauline Pisa aangeboden aan de Raad van bestuur van het UMC Utrecht. DIG heeft binnen alle geledingen van het Utrechtse UMC een groot onderzoek verricht om te peilen hoe men er tegen de toekomst aankijkt. De centrale vraag hierbij luidde: ‘Waar staat het UMCU in 2030?’ Op basis van de bevindingen en uitkomsten van dit onderzoek schreef Pauline onderstaand gedicht:

Stadsgedicht ‘Denk aan de Dom’

In september 2018 werd de motie Denk aan de Dom door de Utrechtse Gemeenteraad aangenomen. Daarin werd het College van B&W opgedragen ’te zorgen dat over 40 jaar de raad een herinnering zal ontvangen dat de Dom binnenkort een restauratie nodig zal hebben’. Het gemeentelijk projectteam dat verantwoordelijk is voor de restauratie klopte aan bij het Stadsdichtersgilde met de opdracht alvast gestalte te geven aan deze herinnering. Scheidend Gildemeester Onno Kosters nam vervolgens deze taak op zijn schouders en schreef  ‘Denk aan de Dom’, een 112 regels hoog en in de vorm van de 112 meter hoge Domtoren uitgevoerd gedicht. Deze spectaculaire schepping werd op donderdag 17 oktober 2019 door de burgemeester onthuld in de grote trouwzaal van het stadhuis. Het ingelijste monumentale gedicht zal een plek krijgen in het stadhuis, vermoedelijk in de raadszaal.

Wil je het hele gedicht lezen? Dat kan hier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Eenzame Uitvaart van Hendrika Doomernik-Bliekendaal

Op 26 september 2019 overleed Hendrika Doomernik-Bliekendaal (geb. 7-11-1920). Omdat zich bij haar dood geen nabestaanden of vrienden hadden gemeld, werd er een Eenzame Uitvaart voor haar geregeld. Ruben van Gogh, onze nieuwe Gildemeester, schreef een gedicht voor de overledene dat hij tijdens de uitvaart voorlas.

GEWEZEN MOEDER

U sloot dan toch de laatste maal uw ogen,
in verdriet of ongeloof, en schoof zo het leven uit,
mij toch wel wat verwonderd achterlatend,
nu ik van u heb gehoord, nu pas,
na bijna honderd jaar, aan uw graf nu pratend.

Een eeuwfeest had het moeten worden, dat er veel
gebeurd is kan dan niet anders – voldoende tijd
daar uitgebreid bij stil te staan: ruzies, slaande
deuren, groot verdriet, uw man misschien.
Ik verzin maar wat, ik weet het niet.

Als je kinderen tot aan het einde geen behoefte
hebben je te zien, is het beter niet te veel te weten,
maar voor nu van het liefdevolle uit te gaan.

Zo kunt u mij dan hier zien staan: als een vergeten
zoon, die alsnog wat laatste woorden tot u richt,
nu u hier als gewezen moeder voor hem ligt.

Ruben van Gogh

Ook aanwezig bij de begrafenis was Gildelid Alexis de Roode, die het volgende verslag schreef:

Dinsdag 8 oktober

Deze ochtend is de hemel parelgrijs met zilvergouden scheuren erin, als de dichter van dienst en uw verslaggever arriveren bij de toegangspoort van St. Barbara. ‘Een begraafplaats die leeft!’, zo luidt de prikkelende slogan van deze van oudsher Rooms-Katholieke dodenakker. Tegenwoordig mag men zich hier met elk geloof laten begraven. Op het naambord van de begraafplaats ontbreken wat letters en een deel van het kruisteken, maar de directrice, mevrouw Kolkhuis Tanke, verzekert ons dat het bord binnenkort gerepareerd zal zijn, helaas niet meer voor Allerzielen. Dat beetje verval draagt ook wel weer bij aan de herfstige stemming. De begraafplaats zelf is parkachtig, groen en bloemrijk, met veel goed verzorgde graven.

De dragers staan om 9.20 uur al plechtig opgesteld, vier boomlange, fris geknipt en geschoren jongemannen in chique grijze jassen met zwarte revers en hoge hoeden. Het wachten op de overledene duurt een tijdje. Een klein buitje barst los. We kunnen schuilen onder twee grote bomen bij de ingang, maar de dragers moeten blijven staan als erehaag, want de overledene kan elk moment arriveren. Hun hoge hoeden bieden enige beschutting. Het wachten is op het stoffelijk overschot van Hendrika Doomernik-Bliekendaal, overleden op 26 september jongstleden. Ze haalde net niet de eeuw en werd 99 jaar oud. Sinds een paar jaar woonde ze in een bejaardentehuis. Ze was al weduwe sinds de jaren ’80. Volgens de doorgegeven informatie heeft ze vijf kinderen gehad, maar daarvan zijn er, zover bekend, nog maar twee in leven. Twee zoons. Beide hebben aangegeven niet bij de begrafenis aanwezig te zullen zijn. Naar de achtergronden van deze verhoudingen is het gissen.

Er arriveren toch nog twee onverwachte bezoekers: een dame van rond de veertig en een heer van rond de vijftig. Zij blijken de verplegers te zijn die mevrouw Doomernik de laatste jaren hebben verzorgd. Ze hadden in de krant gelezen wanneer de begrafenis was. De dame stelt zich voor als Hermien. Ze vertelt dat ze vanaf het begin voor mevrouw Doomernik heeft gezorgd, toen ze in het tehuis kwam. Ze was toen al dement. ‘In het begin had ze nog wel eens praatjes, maar de laatste tijd zei ze niet veel meer.’

De verpleegster heeft een grote roodoranje roos bij zich. Ze was dol op mevrouw Doomernik, vertelt ze. Het was een lief vrouwtje met een ‘schattig koppie’, een echte Utrechtse. Waarom de zoons geen contact meer met haar wilden, weet ze niet. Later horen we dat een van de twee zoons nooit is opgevoed door zijn moeder.

Tegen kwart voor tien komt de begrafenisauto aangereden, een lange grijze Mercedes die mooi kleurt bij de lucht en de dragers. De kerkklokken luiden. De begrafenisondernemer, de heer Overbeek, stapt uit en stelt zich aan ons voor, begroet de dragers. De auto rijdt het grindpad op, de vier drager gaan er naast lopen, en in langzame optocht lopen we een stukje richting de groeve. De directrice van de begraafplaats komt erbij en loopt samen met de uitvaartleider voor de auto, de dichters en de verplegers erachter. Dan tillen de dragers de blankhouten kist uit de auto en rijden hem verder op een baar.

Mevrouw Doomernik komt te liggen op een stukje van het kerkhof dat is gereserveerd voor gemeentebegrafenissen, dat wil zeggen begrafenissen die niet worden betaald door de dode zelf of diens nabestaanden. De gemeenschap draait voor de kosten op en dat betekent dat het budget minimaal is. De doden liggen daarom getweeën op één plek, de eerste dode zo’n twee meter diep. Mevrouw Doomernik is de tweede overledene voor deze plek en daarom is het gat duidelijk minder diep dan gebruikelijk.

In Utrecht wordt de overledene direct naar het graf gebracht. De auto, de vier dragers en de kist worden beschouwd als het minimum aan eerbetoon waar elke overledene recht op heeft.

De dragers tillen de kist op de draagconstructie boven het gat. Verpleegster Hermien legt de roos op de kist. Ruben van Gogh draagt met zijn sonore stem, met heldere articulatie en rollende r’s, zijn gedicht voor. Daarna legt hij het handgeschreven gedicht op de kist, onder de roos. De uitvaartleider geeft een sein en de dragers laten de kist een centimeter of vijftig dalen in het gat. Daarmee is de ceremonie voor nu afgelopen. De doodgraver zal het werk later afmaken.

Na afloop komen de heer Overbeek en mevrouw Kolkhuis Tanke naar de dichter toe en verklaren hun waardering en instemming met het gedicht. Verpleegster Hermien is er erg blij mee en vraagt of ze het gedicht mag meenemen naar het verpleeghuis, om het daar op te kunnen hangen. Haar collega Hans vond het ook heel mooi.

Gezamenlijk lopen we terug naar de uitgang van de begraafplaats en nemen afscheid, tot een onbestemd weerzien.

Gedichten bij expo Op Kunstsafari door Utrecht

Op 18 september is in het Stadskantoor de expositie ‘Op Kunstsafari door Utrecht’ geopend. Deze tentoonstelling besteedt aandacht aan kunst in de openbare ruimte van Utrecht, zoals markante gebouwen, muurschilderingen, gedichten (o.a. de Letters van Utrecht) en bijzondere kunstwerken. Speciaal hiervoor schreven enkele leden van het Stadsdichtergilde gedichten, die ook te bewonderen zijn in het Stadskantoor. De tentoonstelling is gratis toegankelijk en tot 12 maart 2020 gedurende de openingstijden van het Stadskantoor (Stadsplateau 1 in Utrecht) te zien.

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe Gildemeester

Na ruim twee jaar met verve te hebben opgetreden als Gildemeester laat Onno Kosters zich op 1 september aflossen door Ruben van Gogh. Onder leiding van Onno vond er binnen het Gilde een verjonging plaats door de komst van Hanneke van Eijken, Vicky Franken en Daniël Vis. Ook verschenen er tijdens zijn bewind diverse bundels, zoals Dichterbijen/Poet Bees (2017; met Carol Ann Duffy), Dichters bij Wilhelmina (2018) en Regels voor Europa (2019). Zelf schreef hij dertien Stadsgedichten, onder meer bij de aanslag op een tram in Kanaleneiland op 18 maart 2019.

Kosters opvolger, Ruben van Gogh, was in 2011/2012 al eens Gildemeester.

                                           

 

Gedicht voor afscheid organiste Eveline M. Jansen

Op 23 juni nam Eveline M. Jansen na 53 jaar afscheid als organiste en dirigente van de oud-katholieke kathedrale kerk van Ste. Gertrudis in Utrecht. Na een mis waarin de organiste voor de laatste keer te horen was vond er een afscheidsreceptie plaats, waarbij Gildedichter Ruben van Gogh onderstaand gedicht voorlas. Het gedicht werd ook in fraai ingelijste vorm aangeboden als cadeau.

 

 

 

 

 

 

 

SLOTAKKOORD OP HET ORGEL
– voor Eveline M. Jansen

Lippen die nu zullen zwijgen en tongwerk
dat de tijd verbeidt. Handen, net gespreid,

vallen stil alsof zij rouwen om een bestaan
dat opgehouden is te bestaan. Daar gaan

de laatste klanken in een na-ijlend danken
de tomeloze hoogte in, om met tegenzin

te doven. Hoe kan je ook geloven dat het is
gedaan. Het hoofd is als een kathedraal,

waar lang nog na het avondmaal, als alles
haast vergeten is, de opgediste verhalen

zich in het heden herhalen, als de echo’s
van beleden koralen op klavier en pedalen.

Ruben van Gogh

Stadsgedicht voor Special Award

Op woensdag 26 juni werd in de Nicolaikerk te Utrecht de tentoonstelling Special Award geopend, het resultaat van een vierjaarlijkse beeldende kunstwedstrijd voor kunstenaars met een handicap, georganiseerd door Stichting Special Arts. Gildelid Els van Stalborch schreef naar aanleiding hiervan een stadsgedicht, dat ze bij de opening van de tentoonstelling voordroeg. Het gedicht is op de achterkant van de kunstcatalogus gedrukt en ook te lezen op een bord dat voor de duur van de expositie in de museumtuin staat.

 

 

 

 

 

 

 

Zie je het raadsel niet

In de argeloze ruimte
van kleuren en van lijnen,
waar verhalen stromen
uit onbeschreven bron,

waar gedachten dwalen,
nooit dezelfde plek bereiken,
als liefdevolle brieven
uit tijd die nooit begon.

Zie je het raadsel niet

In felgekleurde zwarte
gaten en gespannen stilte,
gretig, grillig, obsessief,
een venster op de ziel.

Als je van jezelf bent, hoef je
niet te passen en te meten,
kun je buiten vergeten
en van binnen zien.

Is dat het raadsel misschien

Els van Stalborch

Stadsgedicht bij de sluiting van de Literaire Boekhandel

Dertig jaar lang heeft de Literaire Boekhandel van mevrouw Adelaar talrijke literatuurliefhebbers bediend met zijn liefdevol geselecteerde aanbod. Binnenkort moet de winkel op de Utrechtse Lijnmarkt echter zijn deuren sluiten omdat de eigenaar van het pand plots andere plannen heeft met de ruimte. Menigmaal heeft ons Stadsgilde hier opgetreden en het leek ons daarom ook meer dan terecht om de aandacht te vestigen op deze treurige gebeurtenis. Peter Drehmanns nam dit voor zijn rekening en schreef onderstaand stadsgedicht, dat bij de Literaire Boekhandel ook als ansichtkaart aan elke klant wordt meegegeven.

Weg
(I.M. Literaire Boekhandel)

Zij die gaan sterven
zij die in boeken wonen
zij die door verhalen dwalen
zij die de raadsels vergroten
zij die in luchtkastelen geloven
groeten u

Al het weerloze is niks waard
in de hersenkamers van de appartementendenkers
De zin van zinnen, de betekenis van tekens,
het veelzeggende van het onzegbare zegt
hun niets, niemendal, nul komma nul

Op nummer zeventien blaakten de letteren
dertig jaar lang, nu staan daar dof en kil
de letters van het contract
de letters van de wet
de letters der ongeletterden

De boekenhoedsters verdreven
De kasten geplunderde schrijnen
De adelaar neergehaald:

een blinde bladzijde op de Lijnmarkt

Peter Drehmanns

Eenzame uitvaart #25: leven onder de schaduw

Bij het overlijden van Rob Kraan; 9 mei 1964 – 4 juni 2019, Utrecht
Dienst: De Stadstuin; Begraafplaats: Daelwijck

Dag Rob,

met een leven onder de schaduw van groot ongemak
het liefste teruggetrokken, afgezonderd en omheind.
Uitbarstingen van overlast – door jou, door ‘hen’ – lawaai
voortdurend bang voor dreiging en gehakketak.
Van schreeuwen tegen de nacht tot leeggelopen fietsband,
tussen crisisbed en kleurenbol als richtingwijzer:
(doe dit, doe dat, ga ‘n stukje fietsen, ga weg en zwaai).
Wars van medicatie, maar in contact met de natuur.

In zijn bezigheden legde Rob herinneringen alvast opzij:
van bouwvakker, heftruckchauffeur, chauffeur en meer
naar tekenen, knutselen, computeren, schilderen, vissen,
boten kijken, het water, buiten zijn. . . weer of geen weer.
Als in een droom, een film, heeft hij uiteindelijk zijn dochter
Lisa weer ontmoet. In het hospice werd dát zijn hartewens
die in vervulling ging; geen film, geen droom, maar écht!
Waardoor hij echt kon groeien tot een nóg completer mens.

Rob had het niet gemakkelijk, zat zichzelf vaak dwars
omgaan met zijn medemensen was een (te) zware last.
Geen vrienden, geen contact met familie, ‘n schuchter leven
wonen en begeleiding in Skaeve Huse gaven hem een plek.
Opname in het hospice bood veiligheid en ten slotte – hoe
letterlijk – rust. Hij werd zijn eigen boek dat hij zelf open sloeg;
liet anderen meelezen, kwam tot leven. Wie had dat gedacht?
Er werd gelachen, maar de dood is streng. Dag Rob, rust zacht.

Fred Penninga

Het gilde op Festival Europa

In het muziekgebouw TivoliVredenburg vond op 18 mei, vijf dagen voor de Europese verkiezingen, Festival Europa plaats. Bij dit door de Universiteit Utrecht (i.s.m. gemeente Utrecht) georganiseerde evenement deed ook het stadsdichtersgilde van zich spreken. Pauline Pisa opende de avond met haar gedicht ‘Over de grens val je van de wereld’ (zie hieronder), dat ook in de speciaal voor deze gelegenheid uitgebrachte bundel Regels voor Europa staat. Het eerste exemplaar van deze bundel met gedichten van ons gilde werd door Hanneke van Eijken aan de burgemeester van Utrecht overhandigd. De burgemeester, die ook een voorwoord voor de bundel schreef, benadrukte het belang van een dichterlijke visie op Europa, want ‘via dichtregels kun je je opvatting het best weergeven’.

Over de grens val je van de wereld

Mijn vader zei altijd dat het heel belangrijk was
om netjes te zitten als je de grens overging
rechtop, de mond een streep
de neusgaten een beetje open
wij oefenden geregeld
maar bleven thuis

vanaf het balkon keken we vogels tot stippen
en ik dacht
dat de mus een puur Hollandse vogel was

(heel simpel)

zwenken bij Arnhem
de grens de rug toekeren
en terugvliegen.

Toen ik op een dag in Vaals
binnen tien seconden door drie landen ging,
mezelf vasthield aan drie vlaggen,
moest ik op de terugweg in een zakje blazen.

Er hangt een kaart van Europa op de overloop
waar ik soms een vlaggetje in prik,
de omgeving aai.

Pauline Pisa

 

«< 2 3 4 5 6 >»

Het Gilde inschakelen?

Het Utrechts Stadsdichtersgilde bestaat in 2021 uit 11 professionele dichters. Naast de Stadsgedichten die in opdracht van de gemeente worden geschreven of voor de Eenzame Uitvaart, schrijft het Gilde ook regelmatig gedichten voor andere opdrachtgevers in Utrecht. Indien u de stad of een specifieke gebeurtenis wilt verrijken met een gedicht op maat, kunt u altijd contact opnemen met het Gilde. U bent vrij om een dichter van uw keus rechtstreeks te benaderen, maar indien u niet goed weet welke dichter bij u past, kunnen wij voor u bemiddelen. In bijzondere gevallen zal het gedicht gefinancierd kunnen worden uit het budget voor Stadsgedichten, in andere gevallen kan een passende vergoeding afgesproken worden. De tarieven voor een gedicht op maat zijn afhankelijk van de aard van de opdracht en de dichter die deze uitvoert.
Contact:
editor(at)stadsdichtersgilde(punt)nl.

Volg ons ook op Facebook:
www.facebook.com/stadsdichtersgilde.

Nieuw op de site

  • Stadsgedicht Hanneke van Eijken
  • Stadsgedicht Ruben van Gogh
  • Eenzame Uitvaart van mevrouw Hendrikje Jacoba Maria (Hennie) Apperloo (8 juli 1944 – 17 maart 2022)
  • Eenzame uitvaart 14 februari 2022
  • Eenzame uitvaart 1 december 2021

Onze Schrijvers

Daniel Vis

Recente stadsgedichten:

  • Stadsgedicht Hanneke van Eijken
  • Stadsgedicht Ruben van Gogh
  • Eenzame Uitvaart van mevrouw Hendrikje Jacoba Maria (Hennie) Apperloo (8 juli 1944 – 17 maart 2022)
  • Eenzame uitvaart 14 februari 2022
  • Eenzame uitvaart 1 december 2021

Lees gedichten van:

  • Alexis de Roode
  • Baban Kirkuki
  • editor/webmaster
  • Els van Stalborch
  • Fred Penninga
  • Ingmar Heytze
  • Maarten Das
  • Mark Boog
  • Nanne Nauta
  • Peter Drehmanns
  • Peter Knipmeijer
  • Ruben van Gogh

Soorten gedichten

  • Nieuws/optredens
  • Stadsgedichten
  • Utrecht en Eenzame Uitvaart

↑

© 2016 Alle rechten voorbehouden - webdesign: Elephant sees Elephant